Alvorens de
klompenmaker overgaat tot het boren van de gaten, dienen
beide klompen vastgezet te worden in de z.g. boorbank. Dit
vastpinnen vereist handigheid want de klompen mogen er niet
uitvallen. De klompenmaker benut hiervoor enige spieën en
vulstukken zoals hiernaast afgebeeld.
Op foto 23 is te zien dat het eerste vulstukje tussen de
beide klompen in komt te zitten. Dit moet de desbetreffende
holte precies opvullen en heeft daarom een karakteristieke
vorm.
Daarna wordt de ruimte die overblijft buiten het paar
klompen, opgevuld met rechthoekige vulstukjes of blokjes en
wordt het geheel met een laatste spie vastgeklemd (foto 24).
De klompenmaker heeft nu beide handen vrij om met het boren
te beginnen.