Nadat de bol gekloofd is, maakt de klompenmaker zijn
keuze uit de gekloofde blokken. Dit vereist inzicht. Zo
neemt hij de schorszijde altijd aan de buitenkant. D.w.z.
voor een linkse klomp zit de schorszijde links en voor een
rechtse klomp zit de schorszijde rechts. De reden hiervoor
is dat indien de schorszijde aan de binnenkant genomen
wordt, de klomp tijdens het drogen en zelfs daarna nog,
blijft krimpen, zodat na enige tijd de klomp te smal is
geworden en er geen voet meer in kan.
Voor het blok
dat de klompenmaker op foto 5 vasthoudt, betekent dat dus
dat er een linkse klomp van gemaakt gaat worden.
De klompenmaker maakt meestal beide klompen tegelijkertijd.
Daartoe benodigt hij twee blokken die hij eerst bij elkaar
zoekt. Om er nu voor te zorgen dat beide klompen gelijkmatig
krimpen en later tijdens het dragen ook gelijkmatig
afslijten, houdt hij rekening met twee factoren.
Ten eerste dienen de blokken van dezelfde houtsoort te zijn,
wat meestal wel het geval is daar een boom vele blokken
bevat. Ten tweede houdt hij rekening met het feit of de
blokken uit de noordzijde of uit de zuidzijde van de boom
komen. Deze laatste wordt ook wel zonzijde genoemd en het is
hier, waar de groeiringen van de boom meestal iets breder
zijn. Dit betekent dat het hout niet zo taai is en daardoor
wat meer zal krimpen.