Hoe scherper het gereedschap is, des te minder kracht is
er nodig om het te hanteren. Daarom zal de klompenmaker niet
alleen voor, maar ook tijdens het werk zijn gereedschap
aanscherpen.
Op foto 38 is te
zien dat de reeds vermelde wetplank behandeld wordt met een
steen. Dit is een brok klei of een stuk zongebakken
leemsteen, dat vroeger gebruikt werd als bouwmateriaal voor
binnenmuren. Men komt die stenen nog wel eens tegen op oude
boerderijtjes van zo'n 100 jaar oud.
Door nu met deze klei of leemsteen over de wetplank te
strijken, blijft er een poederachtige stof achter dat dienst
doet als schuurmiddel.
Als men vervolgens met deze wetplank over het gereedschap
strijkt,
wordt dat
dus aangescherpt. De klompenmaker noemt dit: "Het wordt
zuiver van snee".
Op de foto's 39 en 40 is duidelijk te zien hoe de wetplank
gebruikt kan worden. Zo wordt bijvoorbeeld de punt van de
wetplank gebruikt om de binnenkant van de boor aan te
scherpen.